Bron: Leraar centraal, auteur Martin Bootsma. Uitgeverij Pica.
In Leraar Centraal schrijft Martin Bootsma over het prachtige vak dat leerkrachten toch hebben. In een aantal van zijn vaak prikkelende verhalen komt zijn liefde voor lezen aan bod.
Niet professioneel
In dit blog zal ik uitleggen waarom het werken met standaarden in het onderwijs van groot belang is. Verder zal ik toelichten hoe en waarom leraren het initiatief moeten nemen om te streven naar standaardisatie van processen. Daarvoor zal ik wijzen op een tekortkoming in de lerarenopleiding.
Scholen zijn eenvoudige organisaties
Al vaker heb ik betoogd dat het Nederlandse onderwijs in de kern niet professioneel georganiseerd is. Een van de redenen waarom ik het Nederlandse onderwijs professioneel tekort vind schieten, is het feit dat scholen in onvoldoende mate de processen in hun organisatie standaardiseren. Er heerst op de werkvloer eerder willekeur dan doelgerichtheid.
Een school is niet zo complex als velen willen doen geloven. Eigenlijk is een school een heel simpel systeem om leerlingen dingen te leren die ze buiten de muren van het gebouw waarschijnlijk niet zouden hebben geleerd. Kinderen leren zichzelf niet lezen of rekenen, daar heb je leraren voor nodig. Binnen een school spelen veel processen. Processen die zich herhaaldelijk voordoen en een bron van stress of onzekerheid voor de leraar, de leerling of de ouders kunnen zijn. Een schoolleider dient ervoor te zorgen dat deze processen in goede banen worden geleid. Door ze te standaardiseren haalt de schoolleider veel druk weg en zorgt er zo voor dat er naast duidelijkheid en richting ook rust heerst in school.
Veel schoolleiders laten na om dit te regelen. Telkens vragen leraren, leerlingen of ouders zich af wat de afspraken zijn. Ze zijn tijd en energie kwijt aan zaken die afleiden van het doel waartoe de school is op- en ingericht.
Het standaardiseren van processen zorgt ervoor dat veelvoorkomende processen worden beschreven en geborgd. Dat laatste is cruciaal. Scholen die er niet voor zorgen dat processen en de beschrijvingen ervan zijn verankerd in de schoolorganisatie dragen bij aan de werkdruk die leraren ervaren. Dat geloven veel mensen binnen het onderwijs niet, maar een leraar moet in de klas dagelijks veel beslissingen nemen. Die vragen veel concentratie en energie. Het helpt de leraar als de processen rond het lesgeven tot in de puntjes zijn geregeld. Gestandaardiseerd, met andere woorden.
Vanuit de leraar
Binnen een school zijn leraren de vaklui. Zij geven het onderwijs. Zij kunnen voor leerlingen het verschil maken. Zij dragen in het basisonderwijs de pittige verantwoordelijkheid om de leerlingen goed te leren lezen, uitstekend te leren rekenen en ze veel over de wereld te leren. Door vanuit het perspectief van de leraar naar de schoolorganisatie te kijken, wordt het duidelijk dat zij enorm geholpen zijn als de processen in school zijn gestandaardiseerd. Je kunt hierbij denken aan een uniforme pedagogisch-didactische aanpak, een gelijke gedragsaanpak en schoolbrede gedragsverwachtingen. Maar denk ook eens aan de uniforme wijze waarop rapporten worden ingevuld, toetsen worden beoordeeld of lessen worden gegeven. Door deze veelvoorkomende processen, belangrijke processen in de school, te standaardiseren, ontstaat er vanuit een gedeelde visie op onderwijs een eensluidende aanpak. Het is voor elke leraar duidelijk hoe bepaalde dingen worden gedaan. En geloof me, die duidelijkheid geeft rust.
Voor de leerling
Door belangrijke processen in school te standaardiseren heb- ben leraren tijd over en ervaren ze een lagere werkdruk. Juist omdat je met standaarden werkt, heb je minder tijd nodig om bij elkaar te komen om weer in gesprek te gaan over bepaalde processen en zogenaamde afspraken (want vaak zijn het geen afspraken). Leraren krijgen in een gestandaardiseerde omgeving ruimte om samen lessen voor te bereiden. En de leerlingen zullen hier optimaal van profiteren. Zij krijgen les van leraren die genoeg tijd hebben om enkele goede lessen te bedenken en te geven.
Maar mijn autonomie?
Studenten leren op de lerarenopleidingen niet of nauwelijks dat de school een organisatie is waarin het van cruciaal belang is dat je samenwerkt en je gezamenlijk houdt aan de vastgelegde standaarden. Het idee dat een leraar een wijze van instructie hanteert die het beste bij hem of haar past (letterlijk een pabo-advies) is fnuikend voor een schoolorganisatie. Als je als schoolleiding toelaat dat iedere leraar een eigen opvatting over lesgeven hanteert, dan is er geen sprake van professionele doelgerichtheid, laat staan van een professionele cultuur. Te veel en te vaak hebben leraren het idee dat ze autonoom zijn in hun handelen in en buiten de klas.
De autonomie voor een willekeurige vakman ligt voorbij de gestandaardiseerde processen. Een vakman streeft naar goed werk binnen de kaders die de professionele organisatie stelt. En binnen dat goede werk, vanuit gestandaardiseerde processen, ligt veel ruimte voor professionele autonomie. Als we de kwaliteit van onze scholen en dus de kwaliteit van ons onderwijs willen verbeteren, moeten we echt af van het idee dat een leraar koningin in haar eigen klassenkoninkrijk is.
De leraar neemt het voortouw
Als de school een plek is waar professionals bijeenkomen om hun vak uit te oefenen, dan is het cruciaal dat deze leraren binnen die organisatie mede de verantwoordelijkheid nemen om de schoolorganisatie optimaal te laten functioneren. De Wet medezeggenschap op scholen geeft leraren ruimte om het belang van standaardisatie te agenderen. Door inzichtelijk te maken wat de toegevoegde waarde is van het standaardiseren van processen, kan een ontwikkeling in gang worden gezet die leidt tot minder werkdruk, meer werkplezier en professionaliteit. Die laatste drie aspecten zouden zomaar sleutels kunnen zijn op weg naar minder uitval van (startende) leraren en een groeiend besef van eigenaarschap. Je als leraar verschuilen achter aangeleerde hulpeloosheid past niet bij een hbo-opgeleide.